Artikelen en Publicaties

Informatie en tips voor de begeleiding van herplaats- en zwerf honden.

Een hond kan vanuit verschillende situaties herplaatst worden, zoals een stabiele huislijke omgeving, een kennel, of bijvoorbeeld vanuit een zwervend bestaan. Een hond kan zijn verwaarloosd of mishandeld. Waar een hond ook vandaan komt, honden die herplaatst worden hebben een paar overeenkomsten: ze hebben vaak veel meegemaakt, begrijpen niet waarom ze in bepaalde situaties terechtkomen en ze weten niet wat ze te wachten staat. Dit geeft de hond een onveilig en onzeker gevoel. Hij of zij heeft tijd nodig om het vertrouwen te krijgen dat de nieuwe situatie blijvend is. Het nieuwe "thuis" moet een veilige basis worden.

Wat moet je doen als nieuwe eigenaar?Zwerfhonden
De meeste opvanghonden hebben veel meegemaakt. Alle veranderingen en de situatie waaruit ze komen hebben spanning en stress veroorzaakt. Te veel spanning kan zich uiten in druk of hyperactief gedrag, vernielen, niet alleen kunnen zijn, agressie, trekken aan de lijn of geen rust kunnen vinden. Maar een overspannen of gestreste hond kan juist ook helemaal in zichzelf keren . Het kan weken of maanden duren voordat dit weer gestabiliseerd is. Rust, veiligheid en vertrouwen helpen de hond om zijn spanning kwijt te raken.

Je kunt een hond rust, veiligheid en vertrouwen geven door:

  • er voor de hond te zijn, maar niet te veel van de hond te vragen.
  • veel tijd samen door te brengen en samen rustige activiteiten te ondernemen (snuffelen, zoeken, zitten aan de waterkant, etc)
  • de hond zijn omgeving; huis en tuin in alle rust te laten ontdekken.
  • de eerste periode/weken geen of weinig bezoek te laten komen.
  • alleen te belonen voor gewenst gedrag en ongewenst gedrag te negeren.
  • niet te straffen voor ongewenst gedrag.
  • de hond in huis een rustige eigen plek te geven waar hij niet wordt gestoord.
  • te wandelen op rustige plekken waar niet te veel andere honden en mensen zijn.
  • te wandelen met een borsttuig en een 3 tot 5 meter lange lijn (geen flexilijn)
  • de hond tijdens het wandelen zijn gang te laten gaan en hem rustig te laten rondsnuffelen.
  • het eerste halve jaar niet te veel met de hond te ondernemen.
  • de hond te beschermen tegen te veel prikkels en tegen alles wat hem angst aanjaagt. Bied de hond steun in voor hem moeilijke situaties.

Alles waarbij de hond zijn neus kan gebruiken, kan de hond helpen te ontspannen. Naast snuffelen tijdens de wandeling kan dit bijvoorbeeld ook het zoeken van voertjes zijn. Je kun in een grote doos met papierproppen of lege wc-rollen voertjes verstoppen. Ook kun je de hond helpen zijn spanning kwijt te raken door hem een Kong (te koop bij vrijwel elke dierenwinkel) met wat lekkers aan te bieden. Het leeglikken van de Kong kan ontspannend werken.

De taal van de hond.
Honden hebben een eigen taal. Deze taal gebruiken ze als ze de vrede willen bewaren (kalmerende signalen), de situatie spannend of moeilijk vinden (stress-signalen) of om te laten zien dat ze meer persoonlijke ruimte nodig hebben (afstandvergrotende signalen). Ook drukken honden met hun lichaamstaal beleefdheid uit. Zo zullen honden die elkaar niet kennen nooit frontaal op elkaar aflopen. Dat is uiterst onbeleefd. In het boekje 'kalmerende signalen' van Turid Rugaas staat uitgelegd welke signalen er zijn en wat ze betekenen. Ook op youtube kun je films van Turid Rugaas bekijken over kalmerende signalen.

Als je hond zich genoodzaakt voelt om afstandvergrotende signalen te gaan gebruiken (onder deze signalen vallen onder meer blaffen, grommen, bijtbewegingen), kijk dan of je begrijpt wat de reden hiervoor was. En bedenk of je het voortaan kunt voorkomen. Kom je toch in zo'n situatie terecht, draai dan rustig je lichaam bij de hond weg. Ga de confrontatie niet aan! Laat de situatie niet uit de hand lopen en roep op tijd hulp in van een goed opgeleide gedragsdeskundige.

Voer en speeltjes
Voor honden geldt de regel "Wat ik heb mag ik houden". Het afgeven van voer of speeltjes is niet natuurlijk. Dit moeten honden leren. Zorg er dus voor dat de hond ongestoord kan eten en pak zijn eten nooit af. Hij moet het vertrouwen krijgen dat eten wat hij heeft gekregen van hem is. Dit geld ook voor speeltjes en zelfs voor dingen die hij in huis oppakt. Pak niks af; dit kan gevaarlijk zijn. Als de hond iets heeft gepakt wat hij niet mag hebben kun je met hem ruilen voor iets anders wat hij ook heel leuk vindt.

Welke spelletjes wel en welke niet:
Spelletjes die je wel kan doen: zoekspelletjes zoals een speeltje verstoppen, voertjes verstoppen, hersengymnastiek-spelletjes (Nina Ottosson), lekker snuffelen. Of vul een Kong met zijn favoriete voer. Spelletjes die je niet met de hond moet doen: alle spelletjes waardoor de hond weer spanning opbouwt. Dus geen stokken en ballen gooien en geen spelletjes waar de hond heel druk van wordt. Laat je hond ook niet wild met andere honden spelen.

Socialisatie
De socialisatie van een hond gaat zijn hele leven door. Vooral het eerste jaar is erg belangrijk.. Het betekent echter niet dat een pup alles moet hebben gezien en meegemaakt voor hij 14 weken oud is. Je overspoelt hem dan met ervaringen zonder dat hij deze kan verwerken.. Een goede socialisatie laat een pup gedoseerd kennismaken met nieuwe situaties en gebeurtenissen.. Het aantal ervaringen is minder belangrijk dan de kwaliteit van de ervaringen. Tegenover één slechte ervaringen moeten ongeveer acht goede staan. Belangrijk is dat hij tijd krijgt om de ervaringen te laten bezinken.

LouieJuist bij herplaatshonden is de eerste socialisatieperiode vaak met problemen verlopen.. Laat de hond daarom geleidelijk kennismaken met verschillende situaties. Dwing hem nergens toe, dit kan angst veroorzaken. Als je te veel gaat doen in een korte tijd wordt de hond gevoeliger voor prikkels waardoor de kans groter is dat hij juist gaat reageren. Hij kan eerder gaan blaffen naar honden en mensen, tegen je op springen of in de riem gaan bijten. Gedrag wat niet gewenst is. Maar ook gedrag waarmee je hond laat zien: wat je nu met me doet kan ik niet aan. Help me! Als de hond ergens bang voor is, blijf dan op afstand en je zult merken dat je geleidelijk aan (kan weken of maanden duren) steeds dichterbij kunt komen. Zijn vertrouwen groeit.

Voorbeeld: Een hond vindt mensen en honden spannend. Het is erg belangrijk dat je daarmee aan de slag gaat. Ga niet naar een plek waar veel mensen zijn. Ga naar een plek waar in de verte af en toe iemand voorbij loopt en laat hem daar eerst aan wennen. Maak dan de afstand kleiner en bouw rustig op in aantal mensen. Het is fijn als je iemand kunt betrekken in je plan zodat je situaties kunt controleren. Vindt een hond verkeer eng, ga dan langzaam meer verkeer opzoeken, maar begin op een plek waar hij op een afstand naar verkeer kan kijken dat af en toe voorbij komt. Zorg dat prikkels niet te overdadig worden.

Fases in de ontwikkeling
Tijdens het opgroeien, komt de hond een aantal keer in een angstfase.
Angstperiodes:

  • 8 weken (duurt een paar dagen)
  • 4-5 maanden - bij ongeveer 16 weken (duurt gewoonlijk 1 week)
  • 9-10 maanden (duurt ongeveer 2 weken)
  • 13-14 maanden (afhankelijk van het toenemen van de hormonen.)
  • 17-18 maanden
Let op: Een angstige hond heeft bescherming nodig. Negeer het angstgedrag van de hond, maar verzeker hem van je steun. Herplaatste honden hebben vaker last van angsten. Soms is het moeilijk om hiermee om te gaan. Begeleiding van een goed opgeleide gedragsdeskundige kan je hierbij helpen.

De pubertijd kan ook een heftige fase zij voor een hond. Deze fase kan beginnen vanaf een maand of 6 en kan duren totdat de hond 2-3 jaar oud is. Vaak lijkt een hond al volwassen, maar is dat nog niet. In de puberteit gaat een hond van alles uitproberen en onderzoeken. Dit is soms best vermoeiend, maar eigenlijk zijn honden in deze fase vaak onzeker en hebben steun nodig van de eigenaar.

Alleen zijn
Bij een herplaatshond weet je niet of hij alleen kan blijven. Vaak is het voor hen extra moeilijk als je weggaat. Een ander probleem van alleen blijven is dat de hond opgesloten wordt. De hond kan het huis niet uit, want er zijn muren en deuren die dat tegenhouden. Dit kan vooral moeilijk zijn voor zwerfhonden die nooit eerder met deze beperking hebben geleefd. Laat je hond de eerste week niet alleen. Hiervoor is het nog te vroeg. Hij moet eerst zijn omgeving kennen. Bouw het alleen-zijn vervolgens rustig op.

De oefening: Ligt de hond rustig, verlaat dan voor een paar seconden de kamer en kom gelijk weer terug. Blijft de hond rustig, verlaat dan de ruimte iets langer voordat je terugkomt. Sluit de deur niet. Zo kun je zien of je hond je achterna wil lopen. Is dit altijd het geval, dan kan dit betekenen dat hij angstig wordt als hij alleen gelaten wordt. In dit geval kunnen nog geen verdere stappen genomen worden, maar moet de hond de tijd krijgen om het vertrouwen op te bouwen. Blijft de hond ontspannen, dan kan de oefening uitgebreid worden. Sluit nu ook af en toe de deur. Na verloop van tijd ga je naar buiten met de deur open. Daarna met de deur dicht. Eerst een minuutje, dan steeds iets langer. Bouw de oefening langzaam op! Kijk eventueel met behulp van opname-apparatuur of je hond werkelijk alleen kan zijn. Slaapt de hond tijdens jouw afwezigheid, , dan kan hij alleen zijn.

Dierenarts
Schrijf je in bij een dierenarts in de buurt. Bij calamiteiten kun je daar dan altijd terecht.

Gedragsadvies
Bij vragen of advies over het gedrag van de hond of voor hulp bij het oplossen van probleemgedrag kun je Hondsgewijs inschakelen. Hondsgewijs werkt in de regio Arnhem en Deventer en kan specifiek advies geven en je eventueel doorverwijzen naar een deskundige bij jou in de buurt.

Aanbevolen literatuur
Kalmerende Signalen van Turid Rugaas ISBN 9080758442



Dit artikel is geschreven door Hondsgewijs (hondengedragsdeskundigen Esther van Workum en Sofie Bardoel).
Overname is niet toegestaan zonder toestemming van Hondsgewijs.
Delen van het artikel met vermelding op bv. social media wordt op prijs gesteld.
Vragen? Neem contact op met Hondsgewijs.

  Made by MOS